5.1 Tekens om ons heen
Elementen die betekenis dragen, worden door semiotici
tekens genoemd. Alles om ons heen bevat tekens, niet alleen in beeld en taal
zijn er tekens. Voorwaarden voor een teken is dat iets waarneembaar is en iets
vertegenwoordigd wat er niet is.
Ook kan bijvoorbeeld geluid een teken zijn. Door bepaalde
geluiden vertegenwoordigen betekenis. Denk maar aan je telefoon bij bepaalde
geluiden weet je dat je een bericht hebt ontvangen, andere geluiden betekenen
weer wat anders.
Code en conventies
Om een teken te begrijpen moeten we de code kennen (de
manier waarop een teken begrepen kan worden) en op de hoogte zijn van de
conventies (afspraken over het begrijpen van het teken).
Context en
aanwijzingen
De context en aanwijzingen, zeggen veel over de manier
waarop het teken begrepen moet worden. Een teken kan op verschillende wijzen
begrepen worden afhankelijk van de plaats waar het zich bevindt.
Combinaties met
andere tekens
Vaak krijgen tekens hun belangrijkste betekenis in
combinatie met andere tekens. Ook door de (tegengestelde) relatie tussen tekens
worden zij duidelijker. Bijvoorbeeld: enkel door het concept arm kennen we het
concept rijk, zwart vanwege wit etc.
Interpretatie
Behalve dat een teken verwijst naar een iets anders, zet
het ook aan tot interpretatie. Het verwijst niet alleen naar iets anders, maar doet
er ook een uitspraak over. Ook een tekst bestaat uit tekens die geïnterpreteerd
moeten worden.
5.2 Drie soorten tekens volgens pierce
Om te weten hoe een teken kan verwijzen, zijn er door
Pierce 3 typen relaties tussen tekens en hetgene waar naar verwezen wordt,
onderscheden:
·
Iconische relatie
·
Symbolisch relatie
·
Indexicale relatie
Iconische tekens
Iconische tekens vertonen gelijkenis met iets anders. Bijvoorbeeld
een foto, een buste. Pictogrammen zijn meestal ook iconisch. Een interessante
discussie is: In hoe verre moet iets op iets anders moet lijken om iconisch te
zijn.
Indexicale tekens
Bij indexicale tekens is het verband tussen teken en
object minder hecht. Tekens noemen wij indexicaal, als zij een belangrijke
verwantschap tonen met het object, zonder er op te lijken.
Hetgene waar deze tekens naar verwijzen is altijd
specifiek bepaald. De tekens verwijzen naar: een concrete plaats- en
tijdsgebonden zaak, persoon of gebeurtennis, iets uit de empirische
werkelijkheid.
Neem het voorbeeld hieronder, waarin je voetstappen van een mens ziet. Dit is een Indexicaal teken. het wijst erop dat er daar een mens heeft gelopen, het is een oorzaak gevolg relatie.
Voetstappen zijn indexicale tekens. |
Symbolische tekens
Symbolische tekens zijn gebaseerd op regels, gewoontes en
afspraken. Denk aan religieuze tekens als een kruis en een davidster. Dit Zijn
tekens waarbij ooit is afgesproken waar zij voor staan. Er is niet, zoals bij
indexicale tekens, sprake van een verwantschap. Echter zijn het afspraken die
gemaakt zijn waardoor we weten wat de tekens betekenen.
Om deze tekens te snappen, moet je kennis hebben van de
vele culturele codes in een samenleving. Je kunt een symbolische relatie kun je
niet spontaan ontdekken.
het logo in onderstaande foto, is een voorbeeld van een symbolisch teken. Doordat ooit is afgesproken, dat dit het logo voor Timberland (een schoenen merk) is, weten we dit. Het is dus niet iets wat je spontaan kunt ontdekken.
Het logo op de schoen is een symbolisch teken. |
Hieronder zijn in
een tabel de 3 typen tekens samengevat:
Type
teken
|
Associatie
|
Betekenis
via
|
Proces
|
Iconisch
|
Direct
|
Gelijkenis
Teken en object lijken op
elkaar
|
Herkennen
(Hoewel de betekenis deels
cultureel bepaald kan zijn)
|
Indexicaal
|
Indirect
|
Afleiding
Teken en object lijken niet
op elkaar, maar verwijzen wel naar elkaar
|
Associeren
|
symbolisch
|
abstractie
|
Afspraak
Verband tussen teken en object
bestaat op basis van afspraken
|
Aanleren
|
5.3 Betekenislagen: de theorie van Barthes
Tekens krijgen altijd op twee niveaus betekenis:
·
Denotatief niveau
·
En connotatief niveau
De tweedeling heeft te maken met de (1) herkenning van
wat er wordt afgebeeld en het (2) begrijpen ervan. Denotatie heeft betrekking
tot de letterlijke betekenis en connotatie tot de subjectieve betekenis.
Vaak word deze analysemethode van Barthes gebruikt in
onderzoek naar interpretatie van beelden binnen een bepaalde sociale groep of
cultuur.
Denotatie
Denotatie is de eerste betekenis laag: herkennen wat er
is afgebeeld op basis van wat je al weet. Denotatie berust op “antropologische
kennis”- algemeen gedeelde kennis -. Denotatie kan worden opgesplitst in twee
niveaus:
·
Primaire denotatie
·
Secundaire denotatie
Bij de het eerste niveau gaat het om de: vorm, kleur etc.
heel letterlijk dus. Bij het tweede niveau, gaat het om een betekenis, die je
alleen kunt begrijpen als je wat meer kennis van de wereld hebt. Bijvoorbeeld
het koppelen van een afbeelding aan een bedrijf waardoor het begrepen wordt als
logo.
Connotatie
Bij connotatie kan worden gaat het om de tweede betekenislaag.
Deze betekenis gaat niet om verwijzing zoals bij denotatie maar om
interpretatie. Deze wordt opgedeeld in twee niveaus.
·
Connotatie op cultureel niveau (primaire
connotatie)
·
Connotatie op individueel niveau niveau (secundaire
connotatie)
Bij het eerste niveau gaat het om betekenis die je
verleent op grond van je cultuur en de sociale groep waartoe je behoort. Bij
het tweede niveau gaat het om persoonlijke ervaring.
Connotatie op het eerste niveau is voorspelbaar als je ervan
op de hoogte bent tot welke groep iemand hoort. Op het tweede niveau is dit
nauwelijks voorspelbaar, tenzij je weet tot welke groep iemand behoort.
De volgende foto kunnen we analyseren aan de hand van de verschillende niveaus van denotatie en connotatie:
- Primaire denotatie: Het betreft een zilveren horloge, met witte wijzers en een zwarte wijzerplaat. Op de plaats waar vaak cijfers staan.
- Secundaire denotatie: Je zou aan het logo alleen al kunnen zien dat dit een horloge van het merk Rolex is. Je zou ook kunnen weten dat deze horloges vaak meer dan 2.000,- euro kosten.
- Primaire connotatie: Het zou een beeld kunnen oproepen van de nouveau rich. Ook zou kunnen twijfelen aan de echtheid van het horloge. Kortom gevoelens waarvan je kunt bedenken dat veel mensen ze zouden delen.
- Secundaire connotatie: Het zou herinneringen op kunnen oproepen aan een goede vriend die ook altijd een Rolex droeg; Of aan die keer dat je in Thailand een nep Rolex kocht.
5.4 wie heeft er gelijk: Barthes of Pierce
Barthes beschrijft een psychologisch proces. Waar Pierce
de manier beschrijft waarop een teken naar een object verwijst. Bij de theorie
van Pierce gaat het om eenrichtingsverkeer: van het object via een teken naar
een betekenis. Analyse aan de hand van dit model kan bij de bestudering van communicatie,
die in een richting is bedoeld, erg handig zijn. Bijvoorbeeld een handleiding
of weerkaart.
Echter is het proces van Barthes wederkerig. Je kunt een
andere betekenis geven aan het beeld dan bedoeld is door de maker. Dit analyse
model is vooral handig bij uitingen waar waarden worden uitgedragen en het om
beïnvloeding gaat.
5.5 Wat hebben we aan deze wetenschap
1. Semiotische Begrippen geven je een instrument om te
gestructureerd te praten over het proces van begrijpen en de betekenissen van
beeld. Op die manier wordt het mogelijk om het bergijpproces te evalueren.
2. De driedeling van pierce laat zien, dat voor symbolische
betekenis de meeste kennis nodig is om deze te begrijpen. Ook laat het zien dat
iconische betekenis het makkelijkst te begrijpen is; Ook al zijn er soms wel
iconische tekens die wij niet kennen, bijvoorbeeld tekens die alleen in andere
landen begrepen worden.
3. Wanneer de doelgroep onbekend is, kan je het best
kiezen voor beeldtaal waar de minste kennis voor nodig is.
4. Dankzij de vierdeling van Barthes is duidelijk
geworden dat, de voorspelbaarheid van het effect van beeldtaal afneemt naarmate
het betekenis niveau stijgt.
5. Barthes leert ons ook, dat je door mensen op een hoger
niveau aan te spreken, een diepere impact maakt. Omdat zij voldoening krijgen,
uit het feit dat zij iets begrijpen, wat andere wellicht niet begrijpen.
6. Ook is duidelijk geworden, dat de context waarin beeld
wordt waargenomen, waarneming, ervaring en afspraken beïnvloed.