dinsdag 25 maart 2014

Hoofdstuk 5 Semiotiek

In deze samenvatting zal ik opnieuw de beeldtheorieën uitleggen, aan de hand van voorbeelden (foto's) uit mijn omgeving.

5.1 Tekens om ons heen


Elementen die betekenis dragen, worden door semiotici tekens genoemd. Alles om ons heen bevat tekens, niet alleen in beeld en taal zijn er tekens. Voorwaarden voor een teken is dat iets waarneembaar is en iets vertegenwoordigd wat er niet is.

Ook kan bijvoorbeeld geluid een teken zijn. Door bepaalde geluiden vertegenwoordigen betekenis. Denk maar aan je telefoon bij bepaalde geluiden weet je dat je een bericht hebt ontvangen, andere geluiden betekenen weer wat anders.

Code en conventies
Om een teken te begrijpen moeten we de code kennen (de manier waarop een teken begrepen kan worden) en op de hoogte zijn van de conventies (afspraken over het begrijpen van het teken).

Context en aanwijzingen
De context en aanwijzingen, zeggen veel over de manier waarop het teken begrepen moet worden. Een teken kan op verschillende wijzen begrepen worden afhankelijk van de plaats waar het zich bevindt.

Combinaties met andere tekens
Vaak krijgen tekens hun belangrijkste betekenis in combinatie met andere tekens. Ook door de (tegengestelde) relatie tussen tekens worden zij duidelijker. Bijvoorbeeld: enkel door het concept arm kennen we het concept rijk, zwart vanwege wit etc.

Interpretatie
Behalve dat een teken verwijst naar een iets anders, zet het ook aan tot interpretatie. Het verwijst niet alleen naar iets anders, maar doet er ook een uitspraak over. Ook een tekst bestaat uit tekens die geïnterpreteerd moeten worden.


5.2 Drie soorten tekens volgens pierce


Om te weten hoe een teken kan verwijzen, zijn er door Pierce 3 typen relaties tussen tekens en hetgene waar naar verwezen wordt, onderscheden:
·        Iconische relatie
·        Symbolisch relatie
·        Indexicale relatie




Iconische tekens
Iconische tekens vertonen gelijkenis met iets anders. Bijvoorbeeld een foto, een buste. Pictogrammen zijn meestal ook iconisch. Een interessante discussie is: In hoe verre moet iets op iets anders moet lijken om iconisch te zijn.

Hier onder zie je een voorbeeld van een iconisch teken. Op deze poster zie je de acteur Al Pacino die in dit geval Tony Montana speelde in de film Scarface. De poster toont enorme gelijkenis met Al Pacino en is dus een iconisch teken. Echter is ook de film Scarface iconisch, want de gebeurtenissen zijn 'net echt'.
 
Een poster van de film Scarface, een iconisch teken.

Indexicale tekens
Bij indexicale tekens is het verband tussen teken en object minder hecht. Tekens noemen wij indexicaal, als zij een belangrijke verwantschap tonen met het object, zonder er op te lijken.

Hetgene waar deze tekens naar verwijzen is altijd specifiek bepaald. De tekens verwijzen naar: een concrete plaats- en tijdsgebonden zaak, persoon of gebeurtennis, iets uit de empirische werkelijkheid.

Neem het voorbeeld hieronder, waarin je voetstappen van een mens ziet. Dit is een Indexicaal teken. het wijst erop dat er daar een mens heeft gelopen, het is een oorzaak gevolg relatie.
Voetstappen zijn indexicale tekens.

Symbolische tekens
Symbolische tekens zijn gebaseerd op regels, gewoontes en afspraken. Denk aan religieuze tekens als een kruis en een davidster. Dit Zijn tekens waarbij ooit is afgesproken waar zij voor staan. Er is niet, zoals bij indexicale tekens, sprake van een verwantschap. Echter zijn het afspraken die gemaakt zijn waardoor we weten wat de tekens betekenen.

Om deze tekens te snappen, moet je kennis hebben van de vele culturele codes in een samenleving. Je kunt een symbolische relatie kun je niet spontaan ontdekken.

het logo in onderstaande foto, is een voorbeeld van een symbolisch teken. Doordat ooit is afgesproken, dat dit het logo voor Timberland (een schoenen merk) is, weten we dit. Het is dus niet iets wat je spontaan kunt ontdekken.
Het logo op de schoen is een symbolisch teken.


Hieronder zijn in een tabel de 3 typen tekens samengevat:
Type teken
Associatie
Betekenis via
Proces
Iconisch
Direct
Gelijkenis

Teken en object lijken op elkaar
Herkennen

(Hoewel de betekenis deels cultureel bepaald kan zijn)
Indexicaal
Indirect
Afleiding

Teken en object lijken niet op elkaar, maar verwijzen wel naar elkaar
Associeren
symbolisch
abstractie
Afspraak

Verband tussen teken en object bestaat op basis van afspraken
Aanleren




5.3 Betekenislagen: de theorie van Barthes


Tekens krijgen altijd op twee niveaus betekenis:
·        Denotatief niveau
·        En connotatief niveau

De tweedeling heeft te maken met de (1) herkenning van wat er wordt afgebeeld en het (2) begrijpen ervan. Denotatie heeft betrekking tot de letterlijke betekenis en connotatie tot de subjectieve betekenis.

Vaak word deze analysemethode van Barthes gebruikt in onderzoek naar interpretatie van beelden binnen een bepaalde sociale groep of cultuur.

Denotatie
Denotatie is de eerste betekenis laag: herkennen wat er is afgebeeld op basis van wat je al weet. Denotatie berust op “antropologische kennis”- algemeen gedeelde kennis -. Denotatie kan worden opgesplitst in twee niveaus:
·        Primaire denotatie
·        Secundaire denotatie

Bij de het eerste niveau gaat het om de: vorm, kleur etc. heel letterlijk dus. Bij het tweede niveau, gaat het om een betekenis, die je alleen kunt begrijpen als je wat meer kennis van de wereld hebt. Bijvoorbeeld het koppelen van een afbeelding aan een bedrijf waardoor het begrepen wordt als logo.

Connotatie
Bij connotatie kan worden gaat het om de tweede betekenislaag. Deze betekenis gaat niet om verwijzing zoals bij denotatie maar om interpretatie. Deze wordt opgedeeld in twee niveaus.
·        Connotatie op cultureel niveau (primaire connotatie)
·        Connotatie op individueel niveau niveau (secundaire connotatie)

Bij het eerste niveau gaat het om betekenis die je verleent op grond van je cultuur en de sociale groep waartoe je behoort. Bij het tweede niveau gaat het om persoonlijke ervaring.

Connotatie op het eerste niveau is voorspelbaar als je ervan op de hoogte bent tot welke groep iemand hoort. Op het tweede niveau is dit nauwelijks voorspelbaar, tenzij je weet tot welke groep iemand behoort.

De volgende foto kunnen we analyseren aan de hand van de verschillende niveaus van denotatie en connotatie:
- Primaire denotatie: Het betreft een zilveren horloge, met witte wijzers en een zwarte wijzerplaat. Op de plaats waar vaak cijfers staan.

- Secundaire denotatie: Je zou aan het logo alleen al kunnen zien dat dit een horloge van het merk Rolex is. Je zou ook kunnen weten dat deze horloges vaak meer dan 2.000,- euro kosten. 

- Primaire connotatie: Het zou een beeld kunnen oproepen van de nouveau rich. Ook zou kunnen twijfelen aan de echtheid van het horloge. Kortom gevoelens waarvan je kunt bedenken dat veel mensen ze zouden delen.

- Secundaire connotatie: Het zou herinneringen op kunnen oproepen aan een goede vriend die ook altijd een  Rolex droeg; Of aan die keer dat je in Thailand een nep Rolex kocht.



5.4 wie heeft er gelijk: Barthes of Pierce


Barthes beschrijft een psychologisch proces. Waar Pierce de manier beschrijft waarop een teken naar een object verwijst. Bij de theorie van Pierce gaat het om eenrichtingsverkeer: van het object via een teken naar een betekenis. Analyse aan de hand van dit model kan bij de bestudering van communicatie, die in een richting is bedoeld, erg handig zijn. Bijvoorbeeld een handleiding of weerkaart.

Echter is het proces van Barthes wederkerig. Je kunt een andere betekenis geven aan het beeld dan bedoeld is door de maker. Dit analyse model is vooral handig bij uitingen waar waarden worden uitgedragen en het om beïnvloeding gaat.

5.5 Wat hebben we aan deze wetenschap


1. Semiotische Begrippen geven je een instrument om te gestructureerd te praten over het proces van begrijpen en de betekenissen van beeld. Op die manier wordt het mogelijk om het bergijpproces te evalueren.

2. De driedeling van pierce laat zien, dat voor symbolische betekenis de meeste kennis nodig is om deze te begrijpen. Ook laat het zien dat iconische betekenis het makkelijkst te begrijpen is; Ook al zijn er soms wel iconische tekens die wij niet kennen, bijvoorbeeld tekens die alleen in andere landen begrepen worden.

3. Wanneer de doelgroep onbekend is, kan je het best kiezen voor beeldtaal waar de minste kennis voor nodig is.

4. Dankzij de vierdeling van Barthes is duidelijk geworden dat, de voorspelbaarheid van het effect van beeldtaal afneemt naarmate het betekenis niveau stijgt.

5. Barthes leert ons ook, dat je door mensen op een hoger niveau aan te spreken, een diepere impact maakt. Omdat zij voldoening krijgen, uit het feit dat zij iets begrijpen, wat andere wellicht niet begrijpen.

6. Ook is duidelijk geworden, dat de context waarin beeld wordt waargenomen, waarneming, ervaring en afspraken beïnvloed.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten